Artrose: wat gaat er mis in het kraakbeen

 

Lezing- artrose – dr. Grillet

Lezing over artrose gehouden door Dr. B. Grillet, reumatoloog in Zeeuws Vlaanderen.

Vragen die tussendoor gesteld worden zijn cursief geschreven.

Wat is artrose en wat kunnen we er aan doen.
  • We weten wat er gebeurd bij artrose en er zijn middelen om het te behandelen, maar nog niet genoeg. Welke factoren artrose in de hand werken, dus welke het veroorzaken is nog niet bekend. We kunnen dus nog niet de oorzaak wegnemen, maar wel inspelen in wat er tijdens het proces gebeurt.
  • Factoren die artrose in de hand werken zijn:
    erfelijke aanleg
    mechanische factoren: zware (abnormale) belasting geven een verhoogd risico (bijvoorbeeld bij topsporters)
    eerder doorgemaakte trauma’s (ongevallen)
    andere reumatische aandoeningen die schade in de gewrichten geven kunnen artrose veroorzaken.
Wat gebeurt er in het gewricht bij het ontstaan van artrose:
  • Het is een probleem van het kraakbeen (bij ontstekingsreuma is het een probleem van het slijmvlies). Dit probleem zorgt voor een verandering in het gewricht (en dat kan ook zwelling veroorzaken, wat weer problemen met het slijmvlies veroorzaakt).
  • De functie van het kraakbeen:
    opvang van schokken
    glijdend vermogen van de beenderstukken
    aanpassen van het oppervlak om het gewicht optimaal te verdelen.
Het kraakbeen kan vervormen en zo de verdeling verbeteren, om het goed te laten aansluiten
Bij standsafwijkingen (X- of O-knie) geeft een veranderde verdeling van het gewicht en dan komt alle druk op één kant van de knie. Hierdoor zal eerder artrose optreden. Dit kan operatief verholpen worden.
Als het kraakbeen niet in staat is de drie bovengenoemde functies te verwezenlijken ontstaat artrose.Om deze drie functies te verwezenlijken gebruikt het kraakbeen de eigenschappen van water, want water is glijdend, schokabsorberend en vormmodulerend.
  • Kraakbeen is een “spons” van collageen (een eiwit), dat water vast houdt. Het heeft een bijzondere structuur, want het is stevig én soepel. Het water blijft in deze “spons” doordat het vastgehouden wordt door suikers. Deze suikers zuigen het vocht met kracht aan en houden het vast. Dit is een belangrijke eigenschap van suiker (denk maar eens aan een open potje suiker, dat trekt ook vocht aan uit de omgeving). In het kraakbeen gaat het voornamelijk om glucosamine sulfaat en chondroitinesulfaat. Het collageen moet er wel voor zorgen dat de “spons” zijn vorm behoudt en niet barst.
Maar wat gebeurt er nu bij artrose:
  • er is veel meer water dan verwacht zou moeten worden
    er zijn minder suikers (en we vinden dan meer sporen van suikers buiten het kraakbeen (in slijmvlies, serum en bloed)) en dat gaat verloren voor het kraakbeen
    het collageen gaat toch scheuren vertonen, dus een minder goede kwaliteit van het collageen (en dit kan erfelijk zijn).
    Maar we weten niet precies wat er het eerste gebeurd. Het kan zijn dat er eerst scheurtjes komen in het collageen, waardoor er teveel water in komt en de suikers loskomen, maar het kan ook zijn dat de suikers niet goed zijn, waardoor er water wordt weggenomen en dat daardoor de “spons” slapper wordt.
  • Vraag: Er wordt soms gezegd dat er aangroei van kalk komt
    Antw.: Dat is het gevolg van wat er gebeurt in het kraakbeen. Er komt een instabiliteit van het gewricht doordat het kraakbeenlaagje dunner wordt. De natuur probeert dit te herstellen door het gewrichtsoppervlak te vergroten. En dat is die aanwas van bot.
  • Vraag: Groeit kraakbeen ook aan aan de kant van het bot?
    Antw.: Collageen en suikers groeien inderdaad aan. Dit herstelt ook voor een deel de verandering. Maar bij artrose is de afbraak sneller dan de aangroei, en het herstel gaat dus ook langzamer.
  • Vraag: Waar komt de pijn vandaan?
    Antw.: Pijn kan je alleen voelen waar zenuwuiteinden zitten, en die zitten niet in het kraakbeen. Maar wel in de vliezen en de spieren. De pijn komt meestal van de aanhechtingen van spieren en pezen.
  • Vraag: Gelezen dat er een mogelijkheid is om kraakbeencellen in te spuiten, hoe zit dat?
    Antw.: Dit werkt met lokaal werkende groeihormonen. Cellen worden uit het kraakbeen weggenomen en in een laboratorium opgekweekt en dan teruggeplaatst in het gewricht (inplanten). Kleine stukjes artrose, ontstaan door een trauma, kunnen op die manier behandeld worden voor ze groter worden. Maar bij een echt grote artrose kan dat niet.
  • Vraag: Wat gebeurt er bij het weghalen van een uitgroei (hoeken)?
    Antw.: Bij bijvoorbeeld de grote tenen is het een mogelijkheid om de uitgroei operatief te verwijderen. Het gewricht krijgt dan een andere vorm, waardoor (pijn)problemen verholpen kunnen worden. Dit omdat de zenuw die er langs loopt, en de pijn veroorzaakt, wordt ontzien. Bij de heup en elleboog wordt het ook wel gedaan.
  • Vraag: Wat is de rol van de knieschijf?
    Antw.: De knieschijf zorgt voor een betere verdeling van de krachten in de knie vanuit de dijspier naar het onderbeen. Het werkt als het ware als een hefboom om deze krachten te verdelen.

 

Je kunt artrose behandelen door kraakbeenmodulatoren (de suikers) aan te bieden en het kraakbeen zo te laten aangroeien.
De meerwaarde van het gelijktijdig nemen van glucosamine en chondroitine is niet bewezen. Het is beter om glucosamine alleen te gebruiken, want daar is meer van bekend en meer bestudeerd. Je moet wel altijd kijken naar het zuivere glucosamine gehalte (1500mg per dag, voor chondroitine is dat 1200mg per dag) en het 4 a 5 weken proberen. Als je er geen baat bij hebt in die tijd kan je net zo goed stoppen want dan heeft het geen zin om het verder te gebruiken. Kraakbeen groeit er niet opnieuw van aan, maar de schade kan afgeremd worden en het heeft een pijnstillende werking. En juist door die pijnstillende werking kan je zelf voelen of het aanslaat.
Pas op voor bijwerkingen: glucosamine wordt gemaakt uit runderkraakbeen, dus als je er allergisch voor bent kan je het niet gebruiken. Daarnaast kan het diabetes ontregelen.
Chondroitine wordt gemaakt uit schaaldieren (dus ook mogelijk een allergische reactie), en heeft verder een bloedverdunnend effect (dus mensen die bloedverdunners gebruiken moeten hiermee oppassen)
  • Vraag: Is het zinvol om het te slikken als het kraakbeen van de knie helemaal weg is?
    Antw.: Nee, dan niet voor de knie, maar wel voor de andere gewrichten die nog wel kraakbeen hebben.

 

  • Vraag: Is er iets te zeggen over de combinatie van artrose en een schildklierafwijking?
    Antw.: Bij schildklierlijden kunnen gewrichtsontstekingen ontstaan maar niet artrose.
  • Vraag: Wat vindt u van de combinatie glucosamine en paracetamol?
    Antw.: Paracetamol is een pijnstiller en heeft geen effect op de mechanismen die bij artrose actief zijn. Het advies is om zo weinig mogelijk medicatie te gebruiken. Maar als er teveel pijn is kan het wel, want minder pijn kan er voor zorgen dat je meer gaat bewegen, en meer beweging geeft dat de spieren sterkte worden.
  • Vraag: Wat moet je doen bij een infectie bij een prothese?
    Antw.: Als een gewricht met een prothese gaat ontsteken moet je een zo hoog mogelijke dosering antibiotica geven, maar het gewricht zal eigenlijk nooit meer kiemvrij worden.
  • Vraag: Is het goed om glucosamine te nemen in combinatie met visolie?
    Antw.: Visolie heeft een ontstekingsremmende werking.